Terug

Ik? Jij? Of allebei blij?

De ruzie om een sinaasappel...

Twee zussen ruziën om een sinaasappel. Ze gebruiken allebei argumenten waarom juist zíj recht hebben op de sinaasappel, het is míjn beurt, jíj krijgt altíjd je zin, enzovoort...

 

Voor de hand ligt dat ze de sinaasappel doormidden snijden en ieder een helft krijgt. Beiden zijn dan niet helemaal tevreden.

 

Als ze allebei de tijd nemen om te vertellen waarvoor ze de sinaasappel nodig hebben, kun je delen waarbij ze beiden helemaal tevreden zijn. De ene zus wil de sinaasappel om te persen, de andere om een sinaasappelcake te bakken.

 

Als je een ruzie start met de gedachte "Óf jij krijgt wat jij wil, óf ik krijg wat ik wil!" denk je in 'of-of'. Als je de tijd neemt om te luisteren naar de behoeften, zijn 'en-en' oplossingen mogelijk.

 

Omdat beiden helemaal tevreden zijn kun je dan zelfs spreken van een win-sum oplossing: Samen tevreden is zelfs meer dan jij en ik.